Het gevecht van de verdediger

Gisteren, voor het naar bed gaan, kroop ik weer achter m’n laptop. Er kwamen twee verhalen uit die zich via mijn lichaam en bewustzijn in woorden omzetten. Het verhaal van de verdediger (het slachtoffer) en die van de vechter (onderdrukker). Vanavond zag ik dat rond de tijd dat ik gister zat te schrijven de Veteranen de Native Americans om vergiffenis vroegen bij Standing Rock… Zo blijkt maar weer: we zijn allemaal met elkaar verbonden. Zij daar en op een afstandje wordt er hier in Amsterdam ook wat oude traumatische energie vrijgemaakt om weer in harmonie te kunnen stromen. Let’s heal the collective wound of surpression <3.

Loerend gevaar
Ik ben woedend op de onderdrukkers. Verdriet: waarom doen ze dat toch? Onmacht: wij zijn klein en jullie groot, eng en gevaarlijk. Stop toch met ons te treiteren. Ik ben moe en wil met rust gelaten worden. Ik voel me een klein jongetje. Bang in deze oorlog. Verloren en verslagen, moe om me voortdurend te verdedigen. Laat me toch vrij zijn. Maar ik kan me niet voorstellen wat vrijheid is. Overal om me heen zijn aanvallers en ik kan niet weg. Ik voel me verloren en verlaten. Koud en kil, zonder warme moederborst die me de liefde zou geven om me op te warmen. Het voelt hier zo onveilig. Ik heb geen veilig onderkomen. Boze blikken en loerend gevaar.

Machteloosheid
Ze horen mij niet. Ze luisteren niet naar mijn stem. Bang voor de generaal, met z’n glasharde blik. Alsof enkel zijn blik me al doormidden klieft. De strijd is verloren, het heeft geen zin. Wat kan ik nog doen om mijn land te redden? Ik sta voorop en draag het land op m’n schouders. Als voorvechter heb ik een verantwoordelijkheid, maar ik zie geen uitwegen meer. Ik voel me omwikkeld door een scherpe omheining van gevangenschap en bedrog. Hoe kom ik uit deze opgeslotenheid? Uitwegen zijn afgesloten. M’n vertrouwen verliest z’n kracht. Moedeloos. Waar is de steun, van wie of wat dan ook? Zijn we alleen achtergelaten?

“Ik ben een indiaan met trots voor mijn land.”

Ontwakende oerkracht
Dan word ik opeens een volwassen man en ik kijk de generaal recht in zijn ogen. Ik ben een indiaan met trots voor mijn land. Mijn blik wijkt niet. Daar sta ik. Verbonden met de aarde, waarop mijn voeten stevig staan. De greep van de generaal op mij wordt steviger. Ik word harder aangepakt en voel de pijn.

Maar ik blijf staan. Ik voel een kracht opborrelen, alsof er een draak op doorbreken staat. Wíe houd mij vast? Wíe verspert mijn vrijheid? Ik voel de kracht, een onnoemelijke kracht. M’n cellen zinderen, de greep van de generaal voel ik niet meer. Ik groei uit tot een reus, groter dan de generaal. En nog groter. Ik rijs uit, ver boven hem. Hij wordt een klein nietig mannetje. Een snotneus, als een trekpop zonder eigen wil. Ik word woest. Mijn kaken blazen, de vlammen verzamelen zich in mijn mond. Mijn ogen worden scherp, mijn armen sterk. Mijn lippen krachtig. Ogen als die van een adelaar, spiedend om mij heen

“Ik ben een spreekbuis van Moeder Aarde.”

Eindelijk ontspannen
En nu… nu kan ik éindelijk ontspannen. Het is klaar. Ik hoef niet meer te vechten. Ik voel de zachte aanwezigheid van Moeder Aarde. Gedragen door haar liefde. Ik voel me niet meer alleen. Ik voel me een, als een verlengstuk van haar liefde. Ik ben een spreekbuis van Moeder Aarde. Ik voel me gesteund. Nu is het klaar. Ik voel de rust. De slag is ten einde gekomen. De onderdrukkers zijn verdwenen.

Verdriet. Verdriet om de pijn van Moeder Aarde. Haar wonden. De pijn die ze lijdt. Ze hebben mijn moeder pijn gedaan en dat doet míj pijn. Een geruststellend gevoel valt over me heen, als een warme donzen deken. “Lieve kind, het is ok. Je bent niet schuldig. Je hebt het goed gedaan. Je staat voor wie je bent en neemt je verantwoordelijkheid. Je bent een engel op aarde. Grootsheid en licht zijn jouw kracht. Dat is wie je bent. Jij bent een kind van het licht een geschenk hier op aarde. Ontspan en leg je neer in de armen van het licht. Laat je dragen en koester het licht. Laad je op en laaf je aan de liefde.

Mijn vrolijke en onbezorgde hart groeit en opent zich weer. Hier is alles vredig. Alles is liefde. Vrijheid is wie we zijn. Vrijheid is wie ik ben. Een met het licht.

———

Credits artist: Jozef Klopacka (shutterstock.com)