Op de rug van een eenhoorn

Pesten, het is een thema waar je misschien kramp van in je buik krijgt. Een eigen ervaring of van iemand in je nabije omgeving. Op school, werk of zelfs in familie. Het hoeft maar heel subtiel (geweest) te zijn voor een flink effect op je eigenwaarde. Het is tijd om uit je schulp te kruipen en ‘out there in the open’ jezelf te zijn en te blijven. Wat kan dat f*cking spannend zijn, want de kans op afwijzing voelt zo rrrrrazend groot. Maar wie wijs je eigenlijk af als jij je blijft verstoppen? Jep, jezelf, want blijkbaar ben jij het dan niet waard om in vol ornaat te zijn wie je bent. Tijd om dat te veranderen, want de wereld is er in geen enkel opzicht bij gebaat als jij in je holletje blijft zitten. Daar is het LEVEN niet voor bedoeld!

Hieronder een bijpassend verhaal…

“Ga weg, jij hoort er niet bij,” hoor ik. Ik sta temidden van een groepje pubers en zak verder weg in mijn onzekerheid. Mijn klasgenoten willen mij er niet bij hebben. Mijn benen worden slap als elastiek. Ik trek me nog liever terug dan dat ik het risico loop om wéér afgewezen en afgezeken te worden. Liever onzichtbaar en me verstoppen dan nogmaals deze diepe pijn.

“Kom uit je holletje. Jouw vermeende veiligheid was al die tijd maar een schijnveiligheid.”

Schijnveiligheid
Er verschijnt een slang. Streng kijkt hij me aan en duwt me met z’n kop omhoog. “Kom op, sta op,” zegt hij. Mijn benen voelen log en zwaar. Mijn levenskracht en ontdekkingslust worden gehinderd door een diepe angst voor afwijzing en ontkenning… Een stap vooruit zou zomaar een harde slag in m’n gezicht tot gevolg kunnen hebben. Nee, dat doet echt té veel pijn. “Zo kom je nooit waar je zijn wilt,” zegt de slang. “Je hebt lang genoeg in een slaapmodus geleefd, het is tijd om wakker te worden. De stagnatie heeft je jarenlang vermoeid. Kom uit je holletje. Jouw vermeende veiligheid was al die tijd maar een schijnveiligheid. Je bevestigde jezelf voortdurend in je gevoel van onveiligheid. Sta op, ontrol jezelf uit je winterslaap en laat het leven door je heen bewegen. Laat de zon je opwarmen en je cellen ontspannen. Liever een klap in je gezicht dan een leven niet geleefd, toch?” Mijn spieren ontdooien en het bloed begint langzaam weer te stromen.

Kwetsbaar wezentje
Grootse vleugels verschijnen aan de horizon. Een adelaar vliegt me tegemoet, zwevend als de koning van de lucht. Hij komt me halen, uit het moeras waarin ik tijdenlang zat vastgezogen, me niet bewust van de mogelijkheid om uit de zuigende modderkracht los te breken. Mijn voeten zijn zwaar van de blubber. Als een slap, levenloos wezen hang ik in de klauwen van de koninklijke vogel. We vliegen en vliegen en de lucht suist langs me heen. Hij lijkt wel een ooievaar, onderweg om ergens dit pakketje af te leveren. Een pakketje met mij als kwetsbaar wezentje, naakt en onbeschermd.

We vliegen over drassige moerassen en een bos met enge monsters en trollen. Ik ril en griezel bij de aanblik van die vredeloze wereld van kille afwijzing en veroordeling. We vliegen en vliegen en stukje bij beetje laat ik de benauwende herinneringen achter me. De drukkende energie in mijn hoofd verlicht, alsof de jarenlange ballast langzaamaan zijn gewicht verliest. Mijn ogen openen zich en bekijken de wereld met een hernieuwde blik.

Sprankelend leven
De zon verschijnt als een groots vuur, brandend aan de hemel. “Kom, deze kant op!” wijst de zon ons de weg. We volgen zijn aanwijzingen en een prachtig frisgroene natuur met levenskrachtige bomen, watervallen en uitgestrekte velden spreidt zich onder ons uit. Een kleurrijk lappendeken van sprankelend leven. Mijn hart groeit en mijn longen vullen zich met frisse lucht. De laatste restjes van de oude herinneringen, opgeslagen in mijn cellen, verdwijnen in de stralen van de brandende zon.

“Ik voel me als herboren, herboren in een gouds en zonnig koninkrijk.”

We naderen een poort en de wachter verschaft ons een welkome toegang. Mijn hart wordt warm. We vliegen door de poort en belanden in een verlichte wereld waarin de vlammen van de zon hun schijnsel werpen op alles wat aanwezig is. Alles leeft, bruist en viert het leven. Iedereen is ontvankelijk en open. Ik voel me als herboren, herboren in een gouds en zonnig koninkrijk. De adelaar maakt plaats voor een mystieke eenhoorn. Een krachtig wit dier met een gouden hoorn en glanzende vleugels. We vliegen door de lucht, we spelen en ik voel me vrij. Deze wereld is mijn nieuwe wonderlijke werkelijkheid, alsof het nooit anders is geweest. Hier ben ik thuis.

———

Credits artist: Irina Alexandrovna (shutterstock.com)